dinsdag 27 november 2007

mandje

Gisteren de grote overwinnaar geweest.

Toen ik gisterenavond de Delhaize binnenliep, bespiedden mijn ogen een lege plek op de plaats waar anders de hele mandjesvoorraad je staat aan te grijnzen. Lenig als een kat begin ik alle kassa's af te lopen op zoek naar een mandje. Nergens was er ook maar één vrij mandje te bespeuren. Paniek alom. Maar toen het eerste mandje vrij kwam, ik had me weeral eens strategisch gepositioneerd, greep ik met een pantersprong het mandje vast. Voor de grijpgrage handen van andere Delhaize-bezoekers. Het overwinningsgevoel droop van me af, gelukwensen overspoelden mijn hele lichaam, de heilzaamheid daalde neer. Tot er een nieuw mandje vrij kwam, en de verliezers dat maar al te graag beet namen.

Zo ontstaan er elke minuut nieuwe helden, die zoals steeds het onmogelijk mogelijk maken. Hou hen steeds in gedachten, want zij zijn het, die jou een minuut extra langer laten wachten op een vrij Delhaize-mandje.

vrijdag 23 november 2007

Maite

Het was al 08.27 toen de laatste stralen van de straatlamp door de venster priemden, en verstoten werden door de eerste zonnestralen. Langzaam trok ik me recht uit mijn bedstede en wreef ik de vermoeidheid uit mijn morgenkijkers. De deur van de badkamer verschafte me een weg naar de ochtendlijke aanschouwing van mijn tronie. Al 20 jaren verscheen daar steeds hetzelfde gezicht, teneerkijkend over zijn levensbeeld. Secondenlang staarden ze mekaar aan, alsof ze elke gelijkenis en verschil wilden ontdekken. De spanning was te snijden, en elk moment werd een uitspatting verwacht, toen 'Maite met het nieuws' soelaas bracht. Ook het weer kwam door de radiospeler gekropen, en met een blik door het vensterraam vergewiste ik me van wat Maite me vertelde. Een mistroostige novemberdag diende zich aan. Druilerige regen plenste neer op de filerijdende auto's. Het leek alsof het gezicht van de bestuurders het weer naspeelde. Eenzaam en alleen wachtten ze allemaal om verder te trekken. Dieper de benevelde stad in. Ik trok mijn vest aan en zette me op mijn fiets. Zij aan zij reed ik samen met de wagens de stad in.

zaterdag 17 november 2007

klein schuimpje

Er was eens, heel lang geleden, een grote groep kinderen, die samen met de meester op stap gingen. Samen gingen ze naar een dorp, heel ver hiervandaan, Wetteren genaamd. Daar gingen ze een bezoekje brengen aan oma Recticel. Speciaal voor die gelegenheid, had oma schuimpjes gebakken. Al 4 dagen was ze druk in de weer in haar keukentje, om de kindjes te plezieren. Maar op een bepaald moment viel oma in haar schuimpjes. Het grote schuimmonster had haar opgegeten, en nu zat oma in een heel moeilijke situatie, aangezien het in de buik van dat monster tot wel 150°C kon worden. Daarom namen de kindjes het schuimpjesmonster mee naar een hele grote hangar, waar de buik met oma in wat kon afkoelen. Toen de buik wat was afgekoeld, kwam jager Chris, die het monster doorzaagde, en de stukken monster opeen stapelde. De buik werd met een grote kraan opgenomen, en met een heel groot mes, sneed jager Chris laagje voor laagje van de buik. Al die laagjes werden gebruikt om tante koe zachtjes op te leggen. Toen de jager meer en meer van de buik wegsneed, kwam daar oma weer tevoorschijn, die nu haar best zou doen om 365 dagen zonder ongevallen door te brengen. Oma omhelsde de jager, gaf hem een dikke kus, en ze schuimden nog lang en gelukkig.

vrijdag 9 november 2007

op stap

Dinsdag zijn we naar Genencor gegaan. Om 13.15 zaten we allemaal op de bus die ons naar Brugge zou brengen. Het was een toffe rit, zeker toen de busschauffeur stilgevallen was. Juffrouw An wist heel goed de weg, en we waren heel snel op het bedrijf. Daar heeft een meneer die daar werkt ons uitleg gegeven over het bedrijf. Dat bedrijf maakt enzymen, juffrouw An zei dat we dat gezien hebben op school. Dat zijn dingetjes in je lichaam die je helpen met te eten.
We kregen ook oordopjes die we in onze oren moesten steken, en een hele grote bril om onze ogen te beschermen. Die oordopjes is wel moeilijk hoor, maar Katja heeft me geholpen, dank je wel! Wat een grote machines, en zo veel lawaai, een geluk dat we oordopjes hadden gekregen, anders gingen onze oren zeker pijn doen. Daar stonden hele grote dinges met een raampje in waar we mochten doorkijken. Wat groot! Er was ook een hele grote kamer met allemaal computers, maar dat verstond ik niet allemaal, omdat de meneer die de uitleg gaf een beetje te ver stond. We moesten heel veel trappen oplopen en aflopen, Bert zijn benen begonnen al pijn te doen, maar bij mij niet hoor, ik kan daar tegen. Toen de meneer zei dat het gedaan was, moesten we die grote bril teruggeven, voor de andere kindjes die zouden komen. De oordopjes mochten we houden, dat was heel lief van de meneer. Bert moest naar het toilet, en daarom moesten we nog een beetje wachten om te vertrekken, maar dat vond ik niet erg. Op de bus hebben we veel gelachen. We hebben ook Fanta gekregen, dat was heel lekker. Juffrouw An heeft daar voor gezorgd. En zo was het een toffe dag. Moe maar voldaan keerden we tevreden terug.

zondag 4 november 2007

ramptoerist

Zijn we niet allemaal een klein beetje sensatie-gevoelig, medelijdenloos en curieus?

Aangezien gisteren mijn jongste broer moest optreden in het conservatorium van Gent (jawel!), bevonden we ons gisterenavond logischerwijs op die welgekende E40. Lekker dieselverbrandend tjoften we Aalst voorbij toen die attractieve onderbreekster-stem ons op een kordate maar tevens zeer milde en vriendelijke wijze wist te verblijden met de informatie dat er een ongeval was gebeurd ter hoogte van Erpe-Mere.
Dat had ze niet mogen zeggen.
De 4 pinkers werden opgezet, en de vijfde versnelling werd even verlaten. Langzaam vertraagden al die gegalvaniseerde vierwielers om aan te schuiven bij de groeiende rij wachtenden. De eerste versnelling kreeg werk en zachtjes schuivend vervolgden we gestaag onze weg. Blauwe lichtjes die aan- en uitsprongen verwittigden ons dat 'we moesten opletten, want het is hier ergens gebeurd'. En eindelijk bereikten we de plaats des onheils. Stukken benen en armen, liters bloed op de rijbaan, verwrongen vangrails en verhakkelde autowrakken, geknelde bestuurders werden op het nippertje bevrijd voor de resten van de auto's ontploften. Dit alles brandde zich op ons netvlies, getraumatiseerd voor ons hele leven.
Vergeet het maar, op de pechstrook stonden welgeteld één ambulance, één gekneusde bumper, één auto op zijn dak (woooow), 6 personen, en één gevarendriehoek. Zelfs geen MUG-wagen, 2 brandweerwagens of ziekenhuishelikopter. Niet eens een ploeg van het VRT-laatavond Journaal of van de Streekkrant.
File, dat komt omdat er te veel auto's zijn, of omdat er een wegversperring is, zoals na een ongeval. Hier lag er niets op de baan, de zon scheen, en de radio stond op. En toch vertraagde iedereen. Er was niets ergs gebeurd, maar toch wou iedereen het zien. En zo ontstaat dan de zogenaamde kijkfile.
Ligt dat in onze bloeddorstige natuur, ons sensatie-gerichte maatschappij of ons ramptoeristisch kantje? We stoppen niet om te helpen, maar om eens naar de miserie van iemand anders te kijken. Want zo zijn we allemaal.
Dan gewoon doorgereden, en onze weg vervolgd al was er niets gebeurd. Een nieuw bloederig verhaal heeft zich achteraan ons geheugen genesteld, naast de dagelijkse Rudi Vranckx-reportages.

Denk eens na over onze natuur, het fenomeen kijkfiles, en de genante scenes die je beleeft als jij op de pechtstrook staat. Want het is nog altijd beter te kijken dan gekijkt te worden.

koen, kijkend